Vaste prikkers…..!
Ik vond een mooi verhaal van Bertus 'D Buster over
Freddie Cavallie……
Misschien kennen jullie het al……
Grsz @ldo
…………………………………………………………………
Freddie, basbeest Cavalli
en muziekleraar van Kampen
23 september 1955 - 18 januari 2008
Niet alles is leuk in het leven en er zijn van die dagen dat je pijnlijk genoeg alleen maar bezig mag zijn met het absurde niveauverschil van leven en dood. In het achterliggend jaar 2008 heb ik Freddie Cavalli mee begraven. De Eindhovense jongen was al lang geen Eindhovense jongen meer en ligt nu op een mooie begraafplaats aan de rand van Amsterdam, want Freddie was, na ook nog een tijd Groninger geweest te zijn een Amsterdammer geworden. Freddie leefde altijd voor de volle 100% waarbij zijn intelligentie en zijn intuïtie om beurten op de bok zaten en de zweep over de paarden legden. Ik heb hem overgehaald om mee te doen aan een sessie in de Effenaar (wat toen nog Para plus heette) ergens in ’74-’75, toen hij nog verlegen was en Freddie van Kampen heette. Daarna nam ik hem mee bij producties van filmmuziek en van het album Een beetje vriendelijkheid van Armand.
Freddie was vrolijk en vertrok naar Groningen om in de band Plant te spelen en ik verloor hem een tijdje uit het oog, tot hij op een dag bij me aan de deur stond: ‘Ik ga in de band van Herman Brood spelen, maar heb jij misschien een beetje flashy bühnekleren want ik heb alleen maar een jack en een spijkerbroek.’ Dat had ik wel want ik was toch aan het omschakelen qua kleding en ik had echt een hele zooi extravagantia hangen uit de tijd van de Mr Albert Show en van de tours met de Earring. Hij keek in de kast en pakte meteen een strakke stretchbroek met een luipaardprint er uit. ‘Deze!’ Met nog een paar kitscherige overhemden erbij reisde hij, nadat we een joint hadden gerookt en wat muziek gedraaid, terug naar Groningen. Vanaf toen was hij Freddie Cavalli, de bassist van de Wild Romance. Ik heb Freddie nooit verteld dat ik Herman getipt had op de bassist van Plant.
De bobsleebaan van Brood…, zeker die tussen ’75 en ’80, als je die had afgelegd was je nooit meer een normaal mens. Maar ook daarna bleef Fred een muzikant die voor het echte ging en keihard zocht naar de juiste eigen vorm, kortom waar Rock & Roll om draait: het juiste ding en niets dan het juiste ding. Ook in zijn diepste periode zagen we elkaar geregeld en als iemand de moed had om diep met zichzelf te gaan was hij het wel. Ik hield mijn hart soms vast als hij werkelijk doorging met drank en spul tot hij omviel ter plekke, uren later weer rondliep, weer tot de bodem ging en weer ergens in slaap viel en wonderlijk wel bij het eerstvolgend optreden fris als een jong hondje in de kleedkamer zat.
Okee, één anekdote dan, voor de muziekliefhebbers onder ons. Er was ergens begin 80-er jaren een grote jamsessie georganiseerd in de Vrije Vloer in Utrecht. Hans en Candy, Otto Cooymans, Rosa King, ik erbij, een echte all-star bezetting. Dus wat krijg je? Er wordt ‘s middags repetitietijd ingeruimd door de organisatie maar dan is er maar de helft. De tijd van de soundcheck gaat op in egotripperij, spierballenrollen en gesteggel over wat er gespeeld gaat worden. Desondanks is het daarna altijd gezellig want het is de tijd van eet wat, drink wat, neem wat en iedereen voelt het moment aankomen dat de show gaat beginnen.
De 1e set verliep zoals ik wel verwachtte: Wat pittige blues met woeste solo’s en natuurlijk Dulfer, die als iedereen vragend naar elkaar staat te kijken wat er gespeeld gaat worden, zich omdraait en schreeuwt: ‘in D !’ waarna hij meteen de riff van Miss you van de Stones inzet. Publiek enthousiast en pauze. In de kleedkamer begint Freddie, die de hele set zeer dienend bas heeft gespeeld, iedereen te bewerken. Hij wil de song Private Dancer van Tina Turner doen en hem zelf zingen. Ik probeer nog: ‘Fred, da’s echt een geniepige song met wat rare dingen er in en niemand wil in de pauze serieus repeteren…’, maar Fred ging door met zijn missie.
En ja, dan kwam het moment in de 2e set dat hij het nummer inzette en iedereen begon zo goed en kwaad mee te prutsen aan het nummer. Toen hij begon te zingen was het helemaal mis: foute toonsoort, halve teksten en er dreigde een implosie van de aanwezige euforie. Dulfer greep in en begon een keiharde honksolo op het breekbare akkoordenschema en zweepte de zaak schreeuwend op tot een totaal andere muzieksoort, zette de tenorsax op zijn neus, Rosa begon haar energie-act van boze zwarte vrouw en de avond kon niet meer stuk. Toen we backstage waren kwam Freddie naar me toe en zei: ‘dat nummer is niet zo moeilijk, maar toen ik begon te zingen kwam ik er achter dat ik een totaal andere stem heb dan Tina Turner!’ ‘Wat?’ riep ik, ‘dat is verdomme wel een hell of ’n plek, als je voor 800 man staat, om er dan pas achter te komen dat jij Tina Turner niet bent!’ We hebben er toen flink om gelachen.
Sommigen hebben blues, sommigen hebben soul, Freddie kon niet anders. Wat velen niet weten is dat Freddie al jarenlang een geliefde muziekleraar was op een scholengemeenschap in Amsterdam. Zijn gevoel voor de essentie van muziek en zijn liefde voor opgroeiende kids vormden een gouden combinatie. Maar hij had geen bevoegdheid, en na zo’n 10 jaar kwam er toch iemand in het schoolbestuur die een diploma eiste als bewijs van wat zich elke dag al vanzelf afspeelde. Fred kwam met me praten over dit probleem en we hebben toen op de Rockacademie een op maat gesneden programma voor hem in elkaar gezet zodat hij gewapend met een getuigschrift kon doorwerken. Dat was in 2006.
Zelden was voor mij het verschil van leven en dood zo aanwezig als op die donderdag in januari op begraafplaats Santa Barbara aan de Spaarndammerdijk. Zijn prachtige familie met veel variatie vertegenwoordigde waar hij vandaan kwam, zijn Friese vriendin zijn heden. Ik kan nu, ’n jaar later zeggen, dat het een mooie dag was. Toen was het een marteling.