Herman Brood in harmonie met hoofd en piemel

Bron: Volkskrant op 05 november 1996

Zijn grootste talent is wellicht de aandacht trekken. Herman Herman Brood viert zijn vijftigste verjaardag en laat zich interviewen met een infuus in zijn arm. ‘Pas dan kunnen wij stijgen, op zoek naar het heldere licht.’

De fles die voor Herman Brood op het tafeltje in café Dante staat, is met een infuus aan zijn arm verbonden. ‘Een fles wodka om hem door een dag van interviews te helpen’, hadden ze lacherig geroepen in het managementskantoor boven het cafe - naast Broods atelier in de Spuistraat.

Het oogt anders ernstig genoeg. Volgens het etiket bevat de fles alleen geen wodka, maar natriumchloride. Nederlands bekendste rock ‘n’ roll-junkie, die vanavond in het Amsterdamse Paradiso zijn vijftigste verjaardag viert met een speciaal concert, opgeluisterd door collega's en vrienden, heeft een nieuwe manier gevonden om de aandacht te trekken.

Ineengedoken in een hoek van het cafe oogt Brood allesbehalve ziek. Sterker nog: hij ziet er opvallend gezond uit. Die fles is ‘showbusiness’, bekent hij later: ‘Allemaal in het kader van het niet onopgemerkt voorbij te gaan. Een poging om de fantasie van de mens te regelen.’ Hij buigt zich voorover naar de microfoon: ‘Dus lieve lezer, als je Herman Brood langs ziet komen met een fles, dan wil dat heus niet zeggen dat hij écht in nood is.’

De aandacht trekken is altijd al een van Broods grootste talenten geweest. En aan aandacht ontbreekt het hem niet deze maand. Twee jaar na de film en biografie Rock ‘n’ roll junkie is er opnieuw een boek aan hem gewijd: deze week verscheen Broodje gezond van Bart Chabot. Aan deel twee wordt volgens Brood al gewerkt. Voor het eerst in lange tijd staat hij weer in de top-40, met 50 jaar, een bewerking van de hit van Doe Maar, die hij zingt met Hennie Vrienten. Het is een van de nummers van zijn deze week te verschijnen nieuwe cd 50 jaar, the soundtrack, waarop hij duetten zingt met onder andere Nina Hagen, Andre Hazes, Jules Deelder en Gerard Joling.

Het lijkt een flinke stap van de onstuimige rock ‘n roll waarmee hij in de jaren zeventig, ten tijde van zijn grootste hit Saturday night bekend werd, maar Brood ziet rock ’n' roll: ‘zeer breed’. ‘Van Tante Leen en The Pet Shop Boys tot een lekke band. Sterker nog: de koningin staat heel hoog in het vaandel. Tegenslag kan ook rock ’n' roll zijn. Op een bepaalde manier is het hele leven rock ‘n’ roll. Als er maar beweging in zit.'

Herman Brood mag dan vijftig worden vandaag, zelf vindt hij dat leeftijd al lang geen rol meer speelt in de rock ‘n’ roll. ‘Inmiddels zijn er dusdanig veel voorbeelden van hoe het wel kan: Iggy Pop, Mick Jagger, Lou Reed. Little Richard is ook al zestig. Ik bedoel maar. . , toen mijn moeder ooit zei: als je veertig bent, kun je niet meer zo gek doen, en een advertentie ’Henk Elsink zoekt pianist' uitscheurde. . , dát is achterhaald.'

Het wordt een bijzonder feest, vanavond in Paradiso, daar twijfelt hij niet aan. Maar: ‘Dat hele vijftig jaar, dat jubileum, is aangegrepen als een excuus om iets anders te doen. Het zegt verder niks, betekent niet dat je opeens meer in de pantoffels duikt. Het is hetzelfde met getrouwd zijn. Een mens zal nooit veranderen omdat ie getrouwd is. Hij zal niet opeens, als ie een lekker wijf ziet, zeggen: shit, ik ben getrouwd.’

Niet dat Brood geen trouw kent, integendeel: ‘Er zijn bepaalde dingen waar ik trouw aan ben. Bepaalde hobby’s, kameraden waar je van op aan kunt, die je nooit laten zakken. Zoals daar zijn: Drank. Drugs. Sex. Kinderen. Gokken. Verliefd zijn.'

Jubileum of geen jubileum, Brood voelt er weinig voor om te blijven stilstaan bij een paar hoogte- of dieptepunten uit zijn carriere. ‘Nee, dat is niet mijn behoefte, mijn discipline ligt meer in het loslaten van het verleden, van dat hele spoor van vernieling, al dat emotionele. Ik ben zeer geroutineerd geraakt in het ballast kwijt raken.’

'Pas dan kunnen wij stijgen', vervolgt hij op dominees-toon, ‘Op zoek naar het heldere licht, zodat wij niet in het duister hoeven te lopen.’

Spijt heeft hij in ieder geval nergens van. ‘Spijt wordt door de plee getrokken. Nou vind ik spijt sowieso, dat is als een tatoeage nemen, en hem dan later weer laten weghalen. Nee, ik vind vooruitdenken heel belangrijk. De rest is toch een beetje gemompel van bedelaars.’

'Men beweert wel eens dat het leven kort is', schampert hij. ‘Onzin! Er komt echt geen eind aan. Ik ben nu op de helft, en wat je dan al gedaan hebt. Nee, er van uitgaande dat nog zo’n rukkie volgt. Volgens mij heb je het dan wel gezien.' Richt de ogen ten hemel: ‘Kan ik nu gaan?’

Terwijl Brood zich in zijn atelier laat fotograferen - de fles met infuus moet natuurlijk ook op de foto - laat hij een paar nummers van zijn nieuwe plaat horen. Hij galmt luidkeels mee met de smartlap die hij met Andre Hazes heeft opgenomen: ‘Omdat ik nooit geen liefde kreeg, ben ik aan de fles gegaan.’

Manager Coach, die het Broodbedrijf al vanaf de jaren zeventig runt, en de zanger-schilder door dik en dun is trouw gebleven, komt binnengelopen. Hij meldt dat het optreden van die avond begint om ‘Elf uur. Sharp.’ De zanger knikt.

Op de vraag hoe belangrijk Coach voor hem is geweest, moet Brood even naar woorden zoeken. ‘Zijn belang is moeilijk onder woorden te brengen. Het is zo groot. . , ze moesten het door het raam naar buiten takelen.’ Hij giechelt. Rake omschrijving.

'Er zijn bepaalde kanten van de showbusinness, waar ik niet aan moet denken, die hij weer leuk vindt. Telefoneren, handel drijven. Hij heeft een ongekend enthousiasme, heel positief. Maar het is natuurlijk een wisselwerking, je merkt dat wanneer je zelf een bepaalde levenslust hebt, dan krijg je ook respons. En dat escaleert. Als ik mij verlicht voel, dan verbeeld ik me dat ik mijn omgeving verlichten kan. Verlichting staat hoog in het vaandel. Herman Gloeilamp'

Verlichting is een nieuw stokpaardje van Brood, die er tijdens het gesprek een paar keer op terugkomt dat hij aan het begin staat van een nieuwe periode in zijn leven. ‘Dankzij de hip hop heb ik leren dansen, na lange tijd weer het plezier in het dansen teruggevonden. En ik heb hele goeie vooruitzichten op het gebied van het binnenwaarts ontginnen van de ongebruikte hersenstukken. Oftewel: het aanboren van hele stukken in mijn hoofd, die ik totaal verwaarloosd had.’

Toegegeven, het zijn ambitieuze plannen: ‘Maar als je eenmaal aan de slag bent. . , daar heb ik vanmiddag nog met majoor Bosschart over gesproken. Zij was op een bepaalde manier een schakel. Ik heb hele discussies gehad over God, waarom het nodig is een God in je leven te hebben. Majoor Bosschart is de eerste, die een klein tipje van de sluier heeft kunnen oplichten.’

Kerken en ‘die Sinterklazen’ schrokken hem altijd af, zegt hij, maar nu is hij zelfs van plan om een gospel-cd te maken met ‘Hollandse boodschappen’ op hip hop-ritmes.'

Brood: ‘We zijn met z’n vieren. Het hoofd, het lichaam, de piemel, en het spirituele gedeelte. Op de een of andere manier zijn die bij mij nu totaal in harmonie met elkaar. Als je tevreden bent met jezelf, gaat het een stuk makkelijker allemaal. Op zo'n moment kun je ook iets weggeven aan iemand. Wat ik bedoel, is dat ik de komende vijftig jaar iets minder tijd wil besteden aan de aardse lusten, zoals daar zijn sex en drugs.'

Glimlacht: ‘Ik beloof niks, maar de ambitie is er.’